Het bos van Rambouillet heeft prachtige schatten om te ontdekken. Lokaliseer tijdens uw wandelingen in het bos de opmerkelijke bomen die daar verborgen zijn.
De belangstelling voor opmerkelijke bomen is niet recent sinds de eerste inventarisatie in het staatsbos in 1911. Leeftijd, vorm, afmetingen, botanische nieuwsgierigheid, zeldzaamheid van de soort, gebruiken of bijbehorende legendes... Verschillende criteria bepalen het uitzonderlijke karakter van een boom. Ontdek die in het bos van Rambouillet
De Chêne du Grand Veneur ligt op een klein punt aan de noordrand. De jager in kwestie lijkt volgens de historicus Pierre de Janti, de graaf van Toulouse, de gewettigde zoon te zijn van Lodewijk XIV en Madame de Montespan. Deze boom wordt al in 1783 genoemd, wederom volgens de Janti. Oorspronkelijk werd de Chêne du Grand Veneur gegeven voor een hoogte van 24 meter en een omtrek van 4,17 meter (1,30 meter in diameter). Zijn stam was kort en hij was de moeite waard vanwege de breedte van zijn kruin. Het is waarschijnlijk een Zomereik. Tegenwoordig overleeft het alleen door een klein aantal nog groene takken, de rest van de kroon is volledig dood. De stam zelf is bijna helemaal ontdaan van zijn schors. De Chêne du Grand Veneur beleeft zijn laatste jaren, zelfs zijn laatste maanden. De toegang is gemakkelijk vanaf de parkeerplaats bij de Carrefour des Voleurs.
Chêne Salvat is direct toegankelijk vanaf de bosweg Etang de Vitry. Imposant, het is 4,35 m in omtrek (1,35 m in diameter) en iets meer dan 30 m hoog. Het werd op 21 juni 1945 opgedragen aan de inspecteur-generaal van Wateren en Bossen Salvat.
Le Chêne Géneau ligt aan de andere kant van de weg van Saint-Léger naar Montfort. De toegang is gemakkelijk via de weg van de Vijver van Vitry, in het verlengde van de Chêne Salvat. Het is ook opgedragen aan “een boswachter” volgens Pierre de Janti. Iets naar achteren geplaatst, valt nauwelijks op. De afmetingen zijn 5,25 m rond (1,67 m in diameter) voor 30 m hoog.
De Chêne Baudet, gelegen in Saint-Léger-en-Yvelines, is zeker de deken van het bos, en de grootste sinds het verdwijnen van de Chêne de la Voûte. De oorspronkelijke lijst gaf het een omtrek van 5,90 m (diameter 1,87 m) en een hoogte van 20 m. De leeftijd wordt geschat op meer dan 500 jaar. Het is gelegen aan de Goron-weg, tegenover de voormalige boswachterij Chêne Baudet. Helaas is de hygiënische toestand erg slecht, is de stam hol en moet in de nabije toekomst worden gevreesd voor het breken van grote takken, of zelfs de stam.
De Chêne Lécuyer, in perceel 26, is zichtbaar vanaf de bosweg Parc d'en Haut, op het kruispunt van Monnereau. Het is ook opgedragen aan een boswachter. Wederom had hij geen baat bij de nieuwe bewegwijzering. Het is 4,33 m in omtrek (1,37 m in diameter) en 25 m hoog.
Le Chêne Leddet werd genoemd ter ere van een bosingenieur, familielid van Alexandre Dumas, en auteur van een zeer goede kaart van het bos in zijn tijd. Gelegen in het midden van een regeneratie waaruit de top nauwelijks tevoorschijn komt, is het al ongeveer tien jaar dood en is de toegang erg moeilijk. De oorspronkelijke lijst gaf het een omtrek van 5,06 m (diameter 1,60 m) voor een hoogte van 25 m. Zelfs teruggebracht tot de staat van een skelet, ziet hij er nog steeds geweldig uit.
De Chêne de la Tête d'Alouette is een imposante wintereik. Het is nog in uitstekende staat. De toegang is gemakkelijk vanaf het kruispunt Tête d'Alouette.
In de buurt is er een zeer mooie versierde terminal. Een regeneratiesnede in het perceel heeft deze eik gekapt en kan nu met voldoende afstand worden geobserveerd en gefotografeerd. De oorspronkelijke lijst gaf het een omtrek van 5,26 m (diameter 1,67 m) voor een hoogte van 25 m.
De Eik van de Queue du Pré is typisch een hoekvoet, dat wil zeggen een boom die als grenspaal dient. Het is gelegen aan de rand van perceel 16, aan de rand van de weiden van Basses Masures, een positie waaraan het zijn naam ontleent, op de weg van Poigny naar Bréviaires. Deze zomereik heeft ernstige schade opgelopen na perioden van ijsstormen in 1978, dus de conditie is slecht. De oorspronkelijke afmetingen zijn 5,49 m in omtrek (1,74 m in diameter) voor 26 m hoog. Het zou, samen met de Chêne Baudet, de op een na oudste boom in het bos van Rambouillet zijn.
De Chêne du Champ des Épines langs de gelijknamige weg, op het kruispunt van Hauteville, is een wintereik met een omtrek van 4,20 m (diameter 1,33 m) en een hoogte van 26 m. Ook hier betreuren we het dat het nog niet is gemarkeerd, het bord dat op de stam is geschroefd, zou baat hebben bij vervanging door de borden die de afgelopen jaren zijn geplaatst voor andere opmerkelijke eiken. Het verkeert in slechte staat en heeft te lijden gehad onder de grillen van het weer, met name de ijsstorm van 1978.
De eik van de hertogin van Uzès is een eerbetoon aan de onvermoeibare amazone en jageres, Marie Adrienne Anne Clémentine de Crussol d'Uzès, geboren Rochechouart de Mortemart, hertogin-weduwe van La Celle-les-Bordes (1847-1933). Laten we aan deze titels toevoegen dat ze de eerste vrouw was met een rijbewijs in 1897, de eerste PV voor snelheidsovertredingen van 15 km/u in plaats van de 12 toegestane!), en dat ze ook de eerste vrouwelijke luitenant van Louveterie was.
De President's Oak, op de hoek van het Parc des Chasses langs de weg van Gazeran naar Poigny-la-Forêt, is niet in uitstekende staat. Het begint het gewicht van de jaren te voelen en sommige takken moesten worden getuid. Het eert Émile Loubet die van 1899 tot 1906 president van de republiek was en graag naar deze boom wandelde. De afmetingen zijn 4,85 m rond (1,54 m in diameter) voor 25 m hoog.
De Chêne de la Pocqueterie is iets moeilijker te vinden, aan de rand van het GR1-pad dat een omweg maakt om erlangs te gaan. Het is een wintereik in zeer goede staat, 4,62 m in omtrek (1,47 m in diameter) voor 22 m hoog.
Zo genoemd omdat hij tijdens dit feest werd "ingehuldigd", valt de Eik van de Hemelvaart op in het midden van een plantage van Amerikaanse rode eiken. Met een hoogte van 26 m en een omtrek van 5,15 m is het een van de grootste bomen in het bos van Rambouillet. Het is gelegen tussen de steden Gambaiseuil en Saint-Léger-en-Yvelines.
Hoewel het overgrote deel eiken is, is deze beuk een uitzondering. Het is niet de grootste en ook niet de "mooiste", maar de afmetingen zijn nog steeds erg interessant: meer dan 25 m hoog en 4,40 m in omtrek (1,32 m in diameter). De vorm van zijn stam, zijn houding, zijn bevredigende hygiënische staat, zijn allemaal criteria die onze keuze hebben bepaald. Bovendien geeft de gezwollen vorm van de stam deze boom een slechte economische waarde. De gemakkelijke toegang, op 300 meter van een weg en aan de rand van een langeafstandswandelpad, maakt de ontwikkeling mogelijk.
Tekstgrootte
bij verstek
leidend
bij verstek
Typefout voor dyslexie
bij verstek